Hoeve Lecharlier beter bekend als Blaret

Een complex met veel bestemmingen

Tekst geschreven door: Christian Nekkebroeck

Korte geschiedenis van de hoeve langs de steenweg naar Waterloo

Bronnen:

  • De Becker Urbaan, Fernand Vanhemelryck (1982), Geschiedenis van Sint-Genesius-Rode naar Constant Theys, Gemeentebestuur van Sint-Genesius-Rode
  • Getuigenis van Freddy Bauwens

  • Weetjes van de auteur als geboren en getogen rodenaar

Bron: Agenstchap Onroerend Erfgoed - 1981- in 2021 kunstmatig gekleurd

De Generale Maatschappij werd in 1822 opgericht door koning Willem I van Nederland. Deze maatschappij had als doel de welvaart in de zuidelijke gewesten (van toen nog Nederland) te stimuleren en verkocht een groot deel van het Zoniënwoud, toen een 10.000 ha groot, voor ontginning. Tegen het ontstaan van België (1830) was al een groot deel van het woud verkocht. De resterende 4.400 ha kwamen in 1843 in handen van de Belgische staat en zijn tot op heden bewaard. Na het ontstaan van België werd de maatschappij beter bekend onder de “Société Générale”. Deze Société verkocht in 1836 een 185 ha, gelegen langs de steenweg naar Waterloo, aan de gefortuneerde generaal Pierre-Joseph Lecharlier, afkomstig uit Terhulpen.

Bron: Gemeentelijke collectie - in 2010 kunstmatig gekleurd

Pierre-Joseph Lecharlier

Lecharlier bouwde er een prachtige rechthoekige gesloten industriële hof (werd ook wel kasteel genoemd) met binnenplein en hoge muren in bakstenen. Deze fantast had non-conformistische opvattingen over zaaien en planten; de oogst was natuurlijk navenant en het duurde niet lang voor hij financiële problemen kreeg. Hij begon in 1841 een slachthuis om op een speciale manier vet te extraheren uit dieren, maar eveneens zonder succes. De generaal vertrok uiteindelijk met de noorderzon naar Mexico, in de hoop daar opnieuw fortuin te maken, maar kwam om in 1847 tijdens zijn reis in een storm in de Golf van Mexico.

Bron: Gemeentelijke collectie - in 2010 kunstmatig gekleurd

Het goed werd dan door de weduwe Cool gekocht. Daarna veranderde het goed nog dikwijls van eigenaar. In 1869 was de Blarethoeve een drank-stokerij uitgebaat door Louis Blaret. In het complex stond toen een krachtige stoommachine van 40 pk., krachtig genoeg om natuursteen te zagen. Kwam het door de kwaliteit van zijn “brandy”, de hoeve kreeg met de jaren de naam van “Blaret hoeve”. Het afvalwater dat de stokerij veroorzaakte verontrustte ook het Gemeentebestuur, dat vreesde dat de waters van de Molenbeek zouden worden “aangetast”. Het einde van WO I (1918) betekende ook het einde van de stokerij-business in Rode.

In 1910 werd de bestemming van het gebouw in een woonhuis veranderd. Vanaf 1920 werden de landbouwgronden herschapen tot een golfterrein “Waterloo golfclub” met een uitzonderlijke reputatie tot buiten de landsgrenzen. De “high society” van Europa kwam er spelen en lobbyen. Koning Leopold III en Prinses Liliane Baels waren regelmatige gasten. De laatste eigenaar was de Familie Lambeau (van 1922 tot 1980). Tijdens de jaren 50-60 werd het golfterrein verkaveld. 

Bron: Agenstchap Onroerend Erfgoed - 2010

De vijver naast het hof was de visvijver van “De Lustige Vissers”, opgericht in augustus 1969 door Voorzitter Lucien Declercq, Gilbert Bauwens, Freddy Declercq, Robert Lefaible en Michel Lonbois (patron van café voetbal op het Winderickxplein in Alsemberg). Later werd Jean Degreef Voorzitter (jaren 80-90) bijgestaan door zijn echtgenote Nicole en zijn broer Victor.


Regelmatig werden er viswedstrijden georganiseerd waaraan Miel Vercammen (huidig voorzitter van de wielerclub van de Hoek) deelnam, er ook enkele won en clubkampioen werd.

Foto van Freddy Bauwens, die een wedstrijd won

De hoeve werd geklasseerd in 1981. Deze werd verschillende decennia niet onderhouden en werd tot 2015 een vervallen gebouw. Sedert enkele jaren is de oude Blaret hoeve herschapen tot een exclusief rusthuis.