Cafés, staminees en herbergen

Santé!

Tekst geschreven door: Christian Nekkebroeck

Overzicht van de cafés in Rode.

Bronnen:

  • De Becker Urbaan,Fernand Vanhemelryck (1982), Geschiedenis van Sint-Genesius-Rode naar Constant Theys, Gemeentebestuur van Sint-Genesius-Rode

Foto (1931): Alexandre Biot

De Brabanders waren blijkbaar stevige drinkers. Rekening houdend met het aantal streekbrouwers en cafés is dat geen verrassing.


Voor 1914 moest de doorsnee arbeider twee maand per jaar werken om zijn drankverbruik te betalen. Alcoholisme ging ook meestal gepaard met geweld en vechtpartijen.


Op ’t eind van de week kregen de mannen hun loon waarmee ze eerst naar ’t café trokken. Vrouw en kinderen zaten thuis te wachten op het resterende geld om eten te kopen, en als vrouw protesteerde kreeg ze nog een “pakske” slaag. Taferelen die constant voorkwamen. Men mag gerust aannemen dat door de eeuwen heen alcoholisme schrikwekkende afmetingen aannam. De Rijkswacht moest frequent optreden. Er werden maatregelen getroffen, toelating om een café uit te baten, sluitingsuren en ook sluiting tijdens de Heilige Mis. Deze maatregelen bleven meestal zonder gevolg, caféhouders en brouwers waren doorgaans Gemeenteraadsleden / Schepenen/ Burgemeesters die “hun” handel beschermden.


Dit was ook nog het geval in de jaren ’60, voor de glazenmakers was het nogal druk na het weekend om de verschillende ruiten te vervangen in de cafés waar een stevige vechtpartij plaatsvond.

Bron: erfgoedbank Land van Rode, Collectie werkgroep Moortsele

François, zoon van Ernest Swaelens, aannemer van een schilder- en glasbedrijf, vertelde dat hij in het café op de Koninklijke Plaats (Bij Stamatoula), regelmatig het glas van de inkomdeur moest vervangen, resultaat van de uitbundigheid van de caféklanten, allemaal jonge mensen, die nog iets te vieren hadden na het thuisbrengen van hun lief.

HERBERGEN


Tot het begin van de 20steeeuw werden de cafés vaak geassocieerd met herbergen.

Tot de alleroudste gekende herbergen in Rode behoren “Het Hert” (1460), “In het Bourgons Cruys” (1769), allebei aan de kerk. “In het Bourgons Cruys” (waar de CM kantoren waren gevestigd) had je zicht op het kerkhof, toen nog gelegen rond de kerk. “In het Tapgaatje” (1652), leuke naam, was gevestigd in het Tapgaatstraatje (inmiddels verdwenen) dat liep van de Rollebaan naar de school Wauterbos. Op de hoek van de Nieuwstraat en Terheydestraat, aan ’t Klein Luik, toen een belangrijk kruispunt in Rode was er de herberg “Het Schildeken”(1532). In Tenbroek was er “De Belle” (1745), in Zevenborre herberg “Den Culot” (1783). Op de Walsche weg (nu Stwg naar Waterloo) was er In 1570 de “Herberg van Waterloe”. Waterloo was toen een gehucht van Rode. Van al deze herbergen bestaan er waarschijnlijk geen afbeeldingen.


Op de Walsche weg was er de Grote en Kleine Hut, toen nog in het Zoniënwoud. Het waren beruchte herbergen waar de Rovers samenkwamen om hun overvallen te plannen. Het Zoniënwoud was een schuiloord voor misdadigers, de Walsche weg was uiterst onveilig. In 1703 werd op bevel van de overheid de Kleine Hut afgebroken door haar aanhoudende slechte reputatie. 

Pen tekening van de Grote Hut op basis van een kaart uit 1723, de Grote Hut was zeer waarschijnlijk een houten structuur met stro en klei, pas na de 19deeeuw werden de woningen in onze streek gebouwd in steen.

Tekening: Christian Nekkebroeck

Bierpot of bierglas?

Het Bierglas werd ingevoerd begin van de 19de eeuw, vanaf dan werd de Bierpot stilaan afgevoerd, hij wordt enkel nog gebruikt tijdens de Oktoberfeesten en speciale evenementen. De Bierpot heeft het eeuwenlang uitgehouden en bestond in verschillende uitvoeringen, meestal in aardewerk, geglazuurd of keramisch, ook versierd, met tinnen dekseltje en gepersonaliseerd, met de naam van de caféklant, er bestonden ook uitvoeringen in hout…De inhoud varieerde naargelang de streek, in Brussel was de inhoud 32 oncen (=  94,40 cl)  en in de periferie was voor dezelfde prijs de inhoud 37 oncen (= 109,25 cl). Voor de dronkaards was de keuze rap gemaakt…

Rond 1960 waren er nog 77 cafés in Rode, nu (2023) nog eentje: Ons Parochiehuis. De rodenaars zijn op heden verplicht om naar de omliggende gemeenten uit te wijken om een pintje te drinken. Spijtig, want het is een menselijke en sociale behoefte om een babbel te maken bij pot en pint.


Op de Lindestraat, Terheydestraat, Termeulen en Nieuwstraat, het kruispunt van ’t Klein Luik, in het gehucht de Hoek, de Rodestraat, het Dorps en Stationsplein waren de meeste cafés te vinden. Om deze café's meer in detail te zien, klik op onderstaande knop.

BIERHANDELAARS


Deze talrijke cafés moesten uiteraard ook worden bevoorraad.


De bekendste bieren waren Ekla, Stella, Export, Forst-Wiel’s, Aerts, Piedboeuf, Vieux-Temps, Ginder-Ale, Krüger-Pils, Pale-Ale, Palm, Stout VDB, Mühlbrau, Imperial, Vandenheuvel, White Star, geuze en kriek van Wets, de Rodea bieren, waaronder Charlot, Faro, enz…


En de bekendste regionale bierhandelaars waren Bob Decorte (bijnaam Bob den Brouwer), Henri Deras, Jefke Hoylaerts, Michel Lonbois, Stassyns, Henri Steenhouwer, Michel Vanobberghen. Hierbij nog enkele reclames van toen met dank aan Anne Deras voor de weetjes en de foto’s.

Deze bierhandelaars maakten ook op zeer ambachtelijke wijze hun eigen frisdrank, toen nog Limonade genoemd. Deze frisdranken bevatten toen al veel kleurstoffen en suikers. De afdruk van de rand van het glas was door de kleurstof zichtbaar rond de lippen. Henri Deras maakte twee soorten limonade, Crystal Rode, groene en oranje. Hoylaerts maakte ook gebruik van een flessenvulmachine voor zijn limonade. Deze machine is nu tentoongesteld in La Fonderie (Brussels Museum voor Industrie en Arbeid).

Er was ook een nauwe band tussen het verenigingsleven en de bierhandelaars. Hun vrachtwagens werden voor alles en nog wat gebruikt, voor de carnavalstoeten, het vervoer van hun tenten en materiaal bij de wijk en verenigingsfeesten, BBQ’s...